Zitten een Nederlander, een Duitser en een Deen op een Summer School…

Zitten een Nederlander, een Duitser en een Deen op een Summer School Digitalisering van het spoor. Ontdekken de Nederlander en de Duitser dat ze tegen hetzelfde probleem aanlopen. Zegt de Deen: ‘Huh? Wij hebben dat twee jaar geleden al opgelost.’ Om dát soort momenten was het Paul Hendriks en Stijn Janssen te doen toen ze de internationale Summer School organiseerden. “Het internationaal opleiden van mensen, daarin zit misschien wel de crux voor digitalisering van het spoor. En daar ontbreekt het nog aan.”

Summer School voor young professionals

Aan de Summer School –van 11 tot en met 22 september- namen tien ProRailers, tien Deutsche Bahners en tien collega’s van andere Europese spoorinfrabeheerders deel. Het initiatief kwam van Paul Hendriks, techniekstrateeg bij Assetmanagement, en Stijn Janssen zette er vanuit de programmadirectie ERTMS de schouders onder. “Deze Summer School is een eerste concrete stap in het opleiden van hoogopgeleide young professionals in de digitale spoorwereld”, vertelt Stijn. “Dat past bij onze visie. Als we internationaal werken aan het opleiden van mensen, krijgen professionals dezelfde kennis, op een geharmoniseerde manier. Deze twee weken helpen ook een Europees professioneel netwerk op te bouwen en een Europese markt te creëren.”

Wetenschap en praktijk

Als het gaat om Europese wet- en regelgeving weten internationale spoorinfrabeheerders elkaar goed te vinden. Maar er zijn mensen nodig. Mensen die samen opgeleid worden en internationaal optrekken. Daarvoor dompelden de deelnemers zich bij Railcenter onder in een tjokvol programma met presentaties van ProRail en sprekers van de TU Delft, TU Eindhoven en Universiteit Twente. De tweede week verbleef de groep in Frankfurt waar ze zag hoe het er bij Deutsche Bahn aan toe gaat.

Zelfde bril, andere kijk

“Echt mooi was de combinatie van de wetenschappelijke blik én bijgespijkerd worden door mensen uit de business”, blikt Stijn enthousiast terug. Neem bijvoorbeeld het verhaal van de TU Delft over de invloed van digitalisering op de capaciteit op het spoor. “In het gesprek dat daarop volgde bleek dat, ook als we door dezelfde wetenschappelijke bril kijken, we dingen op een andere manier zien. Dat we dát samenbrengen, vind ik de kracht van zo’n Summer School.”
Stijn blijft vooral het beeld bij dat infrabeheerders nog voornamelijk op hun eigen nationale eilandje bezig zijn. “Dat hebben we niet zomaar opgelost, maar is het voor nu vooral waardevol dat we ons dat realiseren.”

Internationale behoefte

In dat licht ziet hij deze eerste Summer School als een breekijzer: “Als we dit kunnen organiseren, samen met een andere Europese inframanager én we kunnen universiteiten aanhaken, dan zijn we van start. Volgend jaar meer.” Het is inmiddels een week na de summerschool en de Duitsers werken alweer aan een subsidieaanvraag voor de volgende editie. “Hier is dus bij ons én elders behoefte aan. Dat biedt me hoop voor de toekomst.”

‘Huh, dat probleem hebben wij allang opgelost’

ERTMS-trainee Ruben Velsink viel met zijn neus in de boter: de start van het traineeship viel samen met de Summer School. “Een uitgelegen kans voor mij en mijn collega’s om meteen een internationaal netwerk aan te leggen én een hoop lol te hebben met mensen die dezelfde ervaring of meer ervaring hebben.” Alles was nieuw. “Van de verschillende soorten seinen tot waar wat voor software in de trein zit. We kregen teveel informatie om in één keer te snappen. Maar het is de manier om heel veel in één keer te zien.” Een opvallend moment? “Dat een Duitser en een Nederlander constateerden dat ze tegen hetzelfde probleem aanlopen toen een man uit Denemarken zei: ‘Huh? Dit hebben wij twee jaar geleden al opgelost.’ Dat is echt leuk om te zien: Er valt internationaal nog veel te halen.”

 

Tekst: ProRail